architectuur, landschap en stedenbouw - overheid en maatschappij
alle tekst en foto's op deze site: copyright Carien Overdijk, tenzij anders vermeld


















Meer groen voor minder geld
6 oktober 2014

De blog hierboven gaat over de experimentele wijk Lanxmeer in Culemborg. Vijftien jaar geleden nog een modderpoel, nu een duurzame, autovrije, levendige woonwijk. Veel privétuinen gaan in Lanxmeer bijna onmerkbaar over in het fantasierijke openbaar groen. De totale groene ruimte oogt daardoor groter. Er zijn zitplekken, waterlopen, niveauverschillen, rotstuintjes, afscheidingen van gevlochten wilgentenen en een openbare moestuin.
De bewonersvereniging heeft de stichting Terra Bella opgezet voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen. De stichting maakt elk jaar een beheerplan en krijgt daarvoor geld van de gemeente. Die controleert tweemaal per jaar of het onderhoud voldoet aan de gemeentelijke eisen. En omdat Terra Bella veel werk verzet met vrijwilligers onder de wijkbewoners, houdt het elk jaar geld over voor 'dromen': van snoeicursussen en vogelexcursies tot de installatie van bijvoorbeeld een valkenkast, picknicktafels, zwerfkeien en een strandje. Ook heeft de stichting veel eigen gereedschap kunnen aanschaffen. Geen wonder dat de wijk ook sociaal floreert: samen hooien, wilgen knotten of boompjes planten schept een band. Natuurlijk zijn er ook weleens te weinig vrijwilligers, bijvoorbeeld om alle hagen te snoeien. Terra Bella huurt dan loonarbeiders in van het gemeentebudget.



Krakau: oud in nieuw
23 augustus 2014

Het oude Slowacki Theater is opgenomen in de nieuwe structuur van de Malopolska Tuin der Kunsten, het cultuurcomplex waar de vorige blog over gaat. De nieuwe, vooruitgeschoven overkapping is hier vooral symbolisch, want het open hekwerk biedt geen beschutting tegen de elementen. Toch is hij functioneel: hij trekt het theater naar de rooilijn van de Rajskastraat, recht tegenover de openbare bieb aldaar. Zo is de bescheiden opstelling van dit publieke gebouw in één klap veranderd in een markante aanwezigheid.
De tuin onder de kap versterkt de eenheid met een vergelijkbare tuin langs de nieuw gebouwde vleugel om de hoek. Hij volgt hetzelfde strakke patroon, met siergrassen in betonnen bedden en zitbanken van hout en beton ertussenin. De ahornboom links mag doorgroeien via een grote open halve cirkel in de kapstructuur (hier net niet zichtbaar).
's Avonds fungeert de kap als een omgekeerde rode loper. Dankzij een slimme belichting vanuit de grasbedden ontstaat er dan een dramatische entree voor het theaterpubliek.



Cultuurtriomf in Krakau
22 augustus 2014

Het asfalt mag krakkemikkig zijn in de 19e-eeuwse stadsring rond Krakau's middeleeuwse centrum, de bebouwing vaak nog zwaar in verval. Maar hier, aan de Szujskiegostraat, staat nu wel de Malopolska Tuin der Kunsten. Het loeigrote gebouw, dit jaar geopend, is alleen vanuit de lucht in één oogopslag zichtbaar. Want achterin maakt het een knik naar links, om een oud theater (zie de blog hierboven) aan zich te verbinden en geheel te omhullen. Zo beslaat het complex van 4300 vierkante meter (muziekschool, filmhuis, theater, kunstbibliotheek en horeca) een grote hoek van een stratenblok, rondom een stuk bestaande bebouwing.
Het veelbekroonde ontwerp is van het Krakause bureau Ingarden & Ewy, dat zich onderhand kan meten met de grootste architecten van Europa. Bijna al hun werk staat in Krakau en Warschau, maar ze bouwden ook de Poolse ambassades in Berlijn, Rabat en Tokyo en de Poolse paviljoens op de wereldexpo's van China (2010) en Japan (2005).
Directeur Krysztof Ingarden, hoogleraar architectuur in Krakau en telg uit een Pools geslacht van architecten en filosofen, heeft eerder met veel moeite de Poolse conserveerwoede in het centrum van Krakau weten te doorbreken met het opmerkelijke Wyspianski expositiegebouw (2007).
De Malopolska Tuin der Kunsten toont opnieuw hoe sensitief Ingarden & Ewy inspelen op een historische locatie. De speelse gevelstructuur met keramische, aardkleurige panelen (een vondst die ze eerder, en anders, in het Wyspianski toepasten) voegt zich soepel in de zware gevelwand uit het fin-de-siècle. Binnen bieden de open gevels veel overzicht en een prettig gevoel van ruimte, al is de inrichting verder - ongetwijfeld om budgettaire redenen - uiterst sober.
Hier, in deze wijk vol initiatieven, groeit het nieuwe Krakau.



Stille en schone bedrijvigheid in Rotterdam-Zuid
10 juli 2014

Dit is een van de maquettes op de IABR, de Internationale Architectuurbiënnale in Rotterdam. Curator Dirk Sijmons nodigde ontwerpers onder het motto 'Urban by nature' uit, om steden als metabolische systemen te beschouwen en de onnatuurlijke scheiding tussen stad en natuur te doorbreken. Er kwamen wereldwijd veel verrassende inzendingen, maar nauwelijks bouwklare oplossingen. Spectaculair ontwerpvernuft is in deze editie van de IABR ondergeschikt.
Dat was ook nadrukkelijk de opzet. Steden zijn zo complex geworden, dat de fysieke oplossingen (voor bijvoorbeeld overbevolking, verkeersstagnatie, lucht- en watervervuiling, voedsel-, energie- en waterschaarste, werkloosheid) grotendeels op systeemniveau liggen.
Op deze tafel is desondanks een stukje Rotterdam-Zuid in 3D verbeeld: de stadsboulevard Strevelsweg, het Zuidplein en een stukje Pleinweg. De maquette ondersteunt een plan om luchtvervuiling, winkelleegstand en werkloosheid op te lossen met nieuwe, schone vormen van industrie en goederenvervoer, maar dat plan is te fijnmazig en te multidisciplinair om in de maquette voldoende zichtbaar te worden. De posters op de achtergrond (klik op de foto) geven al een iets beter beeld van de beoogde 'her-industrialisering' van Rotterdam-Zuid. Een utopia van stille, schone drukte en bedrijvigheid.
De creativiteit is groot op deze IABR. Soms gaat het helemaal niet meer over ruimtelijk ontwerp, maar over politieke keuzes. Het gedachte-experiment om de BTW te vervangen door een heffing op Toegevoegde Koolstof (BTK) is daarvan een onthullend en inspirerend voorbeeld.



Blaakse Bos eventjes écht groen
30 mei 2014

Plotseling staan er palmen tussen de 38 kubuswoningen van Piet Blom (1934-1999) in Rotterdam. En plotseling is de troosteloze betonnen traverse van het Blaakse Bos overwoekerd door planten in alle formaten. Deze geurige urban jungle, verzonnen door Landlab, studio voor Landschapsarchitectuur, is één van de vijftig verrassende ingrepen in het Rotterdamse Laurenskwartier die tot maandag 9 juni te beleven zijn. Gaat dat zien!
De urban jungle maakt deel uit van het Architectuurfestival ZigZagCity (www.zigzagcity.nl), dat hiermee haar tweede editie beleeft, parallel aan de start van de Rotterdamse architectuurbiënnale.
De keus van ZigZagcity voor het Laurenskwartier is een gelukkige. Niet-Rotterdammers zijn weinig bekend met dit deel van de binnenstad, terwijl het een rijke staalkaart bevat van architectuurstromingen. Lichte kantoren van Dudok en Maaskant staan er tussen de jaren-80 woningbouwexperimenten van Hoogstad en Blom. Het jonge Rotterdamse Atelier Kempe Thill bouwde pal voor de klassieke Laurenskerk (het enige middeleeuwse monument van Rotterdam) een superstrak podium en een brug.
Het Blaakse Bos (1984) is nu even een echt bos. Maar de planten staan in potten en het feest is van korte duur. Om de sociale stadsjungle te worden die Blom voor ogen stond, verdient het betonnen bos een grotere - en blijvende - transformatie.



Dwalen in de Rozet, Arnhem
19 april 2014

De rozetten op de crèmekleurige betonnen panelen links (klik voor vergroting) staan symbool voor kennis. We zijn hier in het nieuwe Arnhemse kennisgebouw Rozet (Neutelings Riedijk, september 2013). Het is bibliotheek, muziekschool, erfgoedcentrum, volksuniversiteit en restaurant ineen.
De rozetpanelen sieren ook de buitengevels, ritmisch onderbroken door glaspartijen die de monumentale trappen (met roetsjleuningen) volgen. Net als bij de - veel soberder - bieb van Almere (Meyer en Van Schooten, 2010) cirkelen deze trappen rond de kern van het gebouw. Zo vormen ze, hier met de bonus van een oude stad als uitzicht, een aangename openbare ruimte die de bezoeker naar zijn bestemming voert. Zonder kans op verdwalen.
Dwalen ga je hier wél. Het interieur is on-Nederlands sfeervol en verleidelijk. De talloze eikenhouten vitrines tonen Arnhemse schatten. Lichtkranten en kunstobjecten vragen om aandacht. De bieb toont boekomslagen in plaats van saaie ruggen. Zitjes met royale vergezichten noden overal tot neerploffen. Vanaf de derde etage is er - tussen de kinderboeken - ook een kinderglijbaantje naar het niveau eronder.
Op een smalle, taps toelopende, 90 meter lange kavel in de binnenstad ontwierp Neutelings Riedijk Architects (die ook het MAS in Antwerpen verzonnen) dit opengewerkte juweel. Het haalde niet alleen de selectie, maar ook - afgelopen week - de presentatie van het splinternieuwe Architectuur Jaarboek 2013/2014 (NAI010 uitgevers).
Het Rozet haalde echter niet het felbegeerde Jaarboekomslag. Voor die ereplek koos de redactie een nieuwe versie van Superdutch: het megagrote glazen wolkenkrabbersensemble van Rem Koolhaas bij de Erasmusbrug, de zogeheten De Rotterdam. Een lokkertje voor de vele buitenlandse lezers? In een raak artikel zet Jaarboek-redacteur Edwin Oostmeijer De Rotterdam immers stevig weg: 'drie lege hulzen die wachten op betekenis', 'groot en grof' en 'van dichtbij is het allemaal een stuk minder.'
Zo is het. Nee, dan dit Rozet. Het knettert van betekenis, het is warm en verfijnd. Donderdag nomineerde de BNA, Bond van Nederlandse Architecten, het (naast zes andere werken) voor Beste Gebouw van het Jaar 2014.
Naschrift: op 20 mei riep de BNA het 'Arnhems blonde' Rozet uit tot Beste Gebouw van het jaar.



Nieuwere blogs Oudere blogs