architectuur, landschap en stedenbouw - overheid en maatschappij
alle tekst en foto's op deze site: copyright Carien Overdijk, tenzij anders vermeld


















Gevelkunst gered in Haagse Schilderswijk
21 maart 2014

Deze keramische trompe l'oeil (1987) van de Haagse kunstenares Berry Holslag is op het nippertje gered. De sloop van het 19e eeuwse woonblok op de hoek van de Bloemaertstraat en de Van Dijckstraat - hartje Schilderswijk - was al vergevorderd toen (oud-) wijkgenoten hevig protest aantekenden. De eigenaar van het huizenblok, corporatie Haag Wonen, achtte de kosten voor verplaatsing (30.000 euro) onverantwoord, maar heeft de sloop wel een paar weken stil gelegd.
Deze week maakte het woonbedrijf bekend dat de zijmuur met het reliëf zal worden opgenomen in de vervangende nieuwbouw.
Het reliëf verbeeldt de nabijgelegen Teniersstraat, zoals die eruit zag vóórdat de stadsvernieuwing in de vorige eeuw de toen verkrotte Schilderswijk omkatte tot een massa goedkope portiekwoningen uit grijs beton en zandsteen. De typisch Haagse, sierlijke lijstgevels gingen mee tenonder, maar kregen van Holslag - in opdracht van het toenmalige buurtmuseum - dit markante aandenken. (Klik op de foto voor een vergroting)
Senator Adri Duivesteijn, oud-wijkbewoner en later als wethouder aanjager van de stadsvernieuwing, blogde enkele weken geleden hartstochtelijk (www.adriduivesteijn.nl) dat het kunstwerk moest blijven, als herinnering aan de herinnering.
Dat heeft misschien geholpen. Maar wat ontroert, is de oproep op een stadssite van een Turks-Nederlandse docente. 'Ik ben opgegroeid in zo'n 19e eeuws rijtjeshuis in de Schilderswijk. Nu woont mijn moeder in het nieuwe deel van de Van Dijckstraat (...) Elke keer als ik langs de mooie muurschildering loop, ontdek ik weer iets nieuws. Ik zou het heel erg vinden als dit verdwijnt.'
Van de 33.000 wijkbewoners heet negentig procent in de statistieken 'niet westers-allochtoon.' De omstreden Schilderswijk is, na Duivesteijns jeugd, al generaties lang dierbare geboortegrond van mensen die desondanks apart worden geteld.



Blik op de muur, óók in de Schilderswijk
20 maart 2014

Moderne kunst (klik op foto voor vergroting) moet ontregelen, is de heersende mening van de elite. Of tenminste verrassen. Dat lukt deze geveldecoratie best met eenmalige passanten. Maar als je er nou tegenover woont, hier aan de Koningstraat? Of als je er dagelijks langskomt? Dan word je ongetwijfeld snel immuun voor dat verlengstuk van het blik op straat.
Is deze 'omgevingskunst' bedoeld als ironie? De Schilderswijk, hoe dichtbevolkt ook, is nadrukkelijk geen fietswijk. Auto's cruisen door de smalle woonstraten, net als in de landen waar bijna alle Schilderswijkers hun voorouders hebben. Niks mis mee, als iedereen dat okee vindt.
Wie wil weten hoe Schilderswijkers zelf hun wijk beleven, kan meelopen met de Marokkaanse mbo-studenten Zoulikha en Kaouthar. Zij geven sinds enkele maanden onthullende rondleidingen in de wijk waar ze opgroeiden. En waar ze nog altijd graag wonen. De auto's deren hen niet. Wel balen ze van drugsoverlast en van scooterraces. Maar net zo goed van de naar hun idee overdreven politiecontroles op hun eigen mooie 'King Street.'
Ook de pleinen in de wijk kregen van de jongeren trouwens andere namen: het Gele Plein, het Blauwe Plein, het Teletubbieplein. Hoe omwonenden die pleinen gebruiken, en hoe elke sekse en etnische groep er zijn domein heeft, vertellen de meiden ook. Er is nog een rondleiding op 17 april, te boeken via www.trancity.nl.



Nederig binnenkomen in Huis Sonneveld
20 november 2013

De achterdeur van een slagerij? Nee, de onlogisch bescheiden voordeur van het monumentale huis Sonneveld in Rotterdam (1933, Brinkman en Van der Vlugt), een schoolvoorbeeld van Het Nieuwe Bouwen. Het taboe op een voorname entreepartij is hier wel erg strak nageleefd.
De gezinswoning van voormalig Van Nelle-directeur Albertus Sonneveld verrees destijds aan de rand van de stad. In de na-oorlogse jaren groeide Rotterdam er verder omheen, zodat het huis nu vrijwel in het centrum ligt. Fysiek en organisatorisch was deze museumwoning al lange tijd geannexeerd door het Nederlands Architectuur Instituut (NAI), dat dit jaar opging in Het Nieuwe Instituut. Een ingrijpende restauratie bracht het huis onlangs terug naar zijn oorspronkelijke staat, compleet met het verrukkelijke kleurenschema van Bart van der Leck.
Ook wie huis Sonneveld na restauratie al heeft gezien, moet nu terug. Ontwerper Richard Hutten mocht het interieur naar eigen smaak 'revitaliseren', waarover meer in de volgende blog. Buiten haalde hij ook een paar trucjes uit. Zo tilde hij een stukje van het gazon op (rechts op de foto, klik voor vergroting), omdat de woonkamer op de eerste verdieping ligt.



De kamer van Puck en Ge
19 november 2013

Welkom in de tuinkamer van Puck en Ge, bevoorrechte dochters van Albertus Sonneveld. De fabrieksdirecteur liet Huis Sonneveld voor zijn gezin bouwen. De meisjes kregen op de tweede verdieping ieder een eigen slaapkamer en samen een luxe badkamer. Maar hier beneden, aan de zuidkant van het huis, was hun eigen woonkamer, waar ze vrienden konden ontvangen en plaatjes draaien. Ontwerper Richard Hutten (zie de blog hierboven) heeft ook deze ruimte tijdelijk naar zijn hand gezet.
In opdracht van Het Nieuwe Instituut mocht Hutten het hele huis 'revitaliseren' . Zijn subtiele ingrepen voegen zich bijna geruisloos in het oorspronkelijke interieur en doen volledig recht aan het bijbehorende tijdsbeeld. Desondanks hebben ze de sfeer ingrijpend veranderd. Het kille en overgeregisseerde stijlvoorbeeld van Het Nieuwe Bouwen komt onder Huttens bewerking verrassend tot leven.
Nog tot 5 mei 2014 is te zien hoe het huis sprankelt met eigen ontwerpen van Hutten (bureau, tapijt, tuinmeubels, glasservies, vazen, zelfs een Sonneveld-theedoek), museale voorwerpen uit de tijd van Het Nieuwe Bouwen en fijne boeketten. De luchtige, witte konijnentoren in de tuin (klik op de foto en kijk door het raam) is een knipoog naar de bouwprincipes die Huis Sonneveld zo rigide uitdraagt.
Boeken en tijdschriften, raak gekozen en goed gedoseerd, wekken de indruk dat de gezinsleden alleen even weg zijn. Hier in de tuinkamer liggen edities van Zonneschijn, Weekblad voor jong Nederland. De oorlog moest nog komen.



Boekentempel 2.0
9 oktober 2013

Toegegeven, de Dominicanenkerk in Maastricht was in 2006 de eerste kerk die een boekentempel-annex-espressobar werd, wereldwijd zelfs. De originele herbestemming werd alom geprezen. Maar in Zwolle staat sinds kort alweer een betere versie, Waanders in de Broeren genaamd.
Wim Waanders, succesvol Zwols boekverkoper en uitgever, maakte van de bouwvallige Broerenkerk in hartje centrum een hippe mega-boekwinkel met restaurant, wijnverkoop, expositieruimte en cultuurpodium. In dit feestpaleis wil je best een hele middag snuffelen en snacken.
De ontwerpers, BK. architecten (spreek uit: bk punt), lijken te hebben geleerd van Maastricht. Daar blokkeerde ontwerpbureau Merkx & Girod het middenschip deels met een tien meter hoge, stalen inbouw. In loodzwaar zwart ook nog. Terwijl het handelsmerk van een gotische kerk nou juist zijn magistrale ruimte is.
In Zwolle blijft de ruimtebeleving intact. De witte inbouwetages met boekenkasten en vitrines houden zich gedeisd langs de buitenmuren. Het stoere ruwhouten restaurant hurkt gedwee onder de opschietende kolommen.
Er hing wél een prijskaartje aan dit spektakel: de hele restauratie plus inrichting kostte 5 miljoen (waarvan 1 miljoen subsidie). In Maastricht waren ze al klaar voor 1,6 miljoen.



Amerikaanse chic
24 september 2013

Waar zijn we? Het hek, met zijn gouden puntjes, de messing serre linksachter, de natuursteen en de omhoog schietende torens (146 meter, dat past dus niet op de foto) roepen de sfeer op van de alweer honderd jaar oude zakendistricten in Manhattan en Chicago. Die eerste wolkenkrabbers waren een uitdrukking van grenzeloos optimisme. De architecten verwerkten ingenieus klassieke motieven en materialen in hun nieuwe, verticale welvaartsiconen.
Maar we zijn hier wel gewoon aan de Turfmarkt in Den Haag, in recessietijd ook nog. De zon priemt zijn eerste stralen over de gloednieuwe tweelingtoren (klik op foto voor vergroting) van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie.
De Berlijnse architect Hans Kollhoff - beroemd om zijn classicistische inslag en degelijkheid - maakte, nog ruim vóór de crisis, het ontwerp. Het mocht wat kosten: ruim 330 miljoen.
Toch is dit gebouw hier op zijn plaats. Het werd tijdens de crisis nog flink aangepast aan de krimpende departementen, met een veel flexibeler, toekomstbestendige indeling. Ook het energieverbruik is met slimme maatregelen sterk teruggedrongen. Wat resulteert is een royaal bemeten, prachtig gedetailleerd en uit duurzame materialen opgetrokken complex, dat eindelijk weer eens 'voor de eeuwigheid' is neergezet.
En, belangrijk in het hart van een stad, er is een zorgvuldige verbinding met de openbare ruimte. De zitbanken voor voorbijgangers, het open hek, de met sculpturen gesierde tuin. Tuin en entreehal zijn - voorlopig - zelfs vrij toegankelijk. Gaat dat zien.



Nieuwere blogs Oudere blogs