architectuur, landschap en stedenbouw - overheid en maatschappij
alle tekst en foto's op deze site: copyright Carien Overdijk, tenzij anders vermeld


















Interview op www.managementenliteratuur.nl (november 2008)

Steeds maar weer komen er nieuwe kantoorwoorden. Opeens liggen 'competentieprofiel', 'pijnpunten' of 'aftrap' iedereen in de mond bestorven. Freelance journalist Carien Overdijk schreef er een boek over. In Waartoe is deze tent op aarde? geeft ze een overzicht van vooral Nederlandstalig kantoorjargon. Tot haar spijt ontbreekt 'omvallen'. Voor haar boek kwam de steun aan banken van Wouter Bos te laat. Dit uiterst actuele synoniem voor 'dreigend faillissement van een bank' kon ze niet meer meenemen in haar boek. Jammer, vindt Overdijk. Voor haar is 'omvallen' een schoolvoorbeeld van kantoortaal die de harde werkelijkheid moet verzachten.

Waarom is 'omvallen' een schoolvoorbeeld?

De kredietcrisis is onder andere ontstaan doordat de abstracties waarmee het bedrijfsleven werkt, geen enkele verbinding meer hebben met de harde werkelijkheid. Dat is in de financiële sector volkomen geëscaleerd. De hardnekkige manier waarop nu het woord omvallen wordt gebruikt, is taalkundig symptomatisch voor wat er daar gebeurt. Het is te gevaarlijk en te bedreigend om te zeggen dat een bank failliet dreigt te gaan. Daarom heeft Bos het liever over omvallen. Dat geeft een heel andere lading aan de gebeurtenissen. Niet de banken zijn de schuldigen, maar het ruwe financiële klimaat. Arme banken. Die moet je te hulp schieten. Door het zo voor te stellen creëert Bos een sfeer waarin hij makkelijker belastinggeld kan gebruiken voor zijn reddingsacties dan wanneer hij minder verhullende taal had gebruikt.

Kantoortaal verhult?

Dat is een van de functies van kantoortaal. Zeker in Nederland. Wij houden niet van bazen, wij houden niet van gezag. Met kantoortaal kun je de hiërarchie als het ware platslaan. Woorden als overleggen en afstemmen suggereren gelijkwaardig overleg waarbij beide partijen water in de wijn kunnen doen. Maar wanneer een baas zegt 'dit heb ik met jou afgestemd', dan bedoelt hij dat hij een keiharde afspraak heeft gemaakt met zijn medewerker en dat hij diegene daar ook aan zal houden. Kantoortaal zorgt er voor dat de harde werkelijkheid minder pijn doet. Voortschrijdend inzicht bijvoorbeeld betekent dat iemand van mening is veranderd. Door het te zo noemen kan iemand zijn gezicht redden.

Welke functies heeft kantoortaal nog meer?

Het maakt het leven op kantoor spannender. Kantoorwerk is per definitie abstract. Zeker als je hoger in de hiërarchie komt. Dan kun je door het gebruik van metaforen zorgen voor avontuur, kleur en opwinding. Als dat niet gebeurde, had je alleen maar boekhoudtaal of plannentaal. Dan zou werken op kantoor opeens een stuk minder leuk zijn.

Ik verzamel al jaren kantoorwoorden die me ergeren, vreemd voorkomen of die om een andere reden opvallen. Toen ik ze voor dit boek ging ordenen en bewerken, had ik opeens in de gaten dat de meeste metaforen worden ontleend aan stoere mannenwerelden van spanning, spierkracht en dreigend gevaar. Dat was voor mij een eyeopener. Ik ben daarom mijn boek begonnen met de beschrijving van een aantal veel voorkomende kantoormetaforen. Op de rit. Op het slagveld. In de sportarena. Op de bouwplaats. In de operatiekamer. Er is trouwens veel overlap tussen deze denkbeeldige werelden en iedereen - in bedrijf, bij overheid, stichting of vereniging - klutst alles vrolijk door elkaar. Zo kunnen oorlogsscènes in een zin samengaan met bouwmetaforen en chirurgenjargon: 'als het aanvalsplan in de steigers staat, moeten we het eerst met de bonden afhechten'.

Is kantoortaal stoere mannentaal?

Voor een belangrijk deel wel. Kantoortaal wordt vooral boven in de hiërarchie ontwikkeld en daar zitten voornamelijk mannen. Die voelen zich wel thuis in die stevige taal. Voor een deel kunnen vrouwen het jargon overnemen, maar slechts met mate. Uitdrukkingen als 'gaten dichtrijden' en 'puin ruimen' zijn niet de meest voor de hand liggende voor vrouwen. Ze kunnen die wel gebruiken, maar moeten voorzichtig zijn met al te stoere taal, willen ze hun geloofwaardigheid niet verliezen.

De top bedient zich graag van kantoortaal. Maar lang niet iedereen is er blij mee.

Kantoortaal irriteert vooral mensen op de werkvloer. Onder andere omdat de werkelijkheid nogal eens wordt opgeblazen. Maar ook vanwege het verhullen van de werkelijkheid, waarin de baas ondanks alle verdoezelende woorden toch de baas blijft. Mensen op de werkvloer voelen zich machteloos, maar ze kunnen lastig de vinger op de zere plek leggen. Daarnaast is het een soort codetaal. Wie hem beheerst, hoort er bij.

Pas op besmettelijk, staat er op je boek.

Ik probeer kantoortaal te vermijden. Maar soms hoor ik me opeens uitdrukkingen gebruiken die ik helemaal niet wil gebruiken. Het heeft heel erg te maken met wie ik praat. Maar het is besmettelijk. Soms rollen de kantoorwoorden je zomaar uit de mond.